God maakt je bekwaam
Mozes is al een man van tachtig als zijn leven een onverwachte wending neemt. Op een dag trekt hij met zijn kudde door de wildernis. Mozes doet wat hij elke dag doet, het hoeden van de kudde schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro. En toen gebeurde het, op een van die ’gewone’ dagen die begonnen was zoals alle andere dagen. Wanneer hij in de buurt van de berg Horeb is, ziet hij een brandende braamstruik. Dat is op zichzelf niet zo bijzonder en gebeurde regelmatig in de woestijn. Maar deze struik verteert niet. Geen takje verbrandt er!
Mozes is verbaasd en loopt er nieuwsgierig op af. Maar als hij dichterbij komt, brengt Gods stem hem tot staan. Op Gods bevel trekt Mozes zijn schoenen uit. De grond waarop hij staat, is door Gods aanwezigheid gewijde grond geworden. Mozes verbergt zijn aangezicht. Hij is bang om naar God te kijken. Mozes is diep onder de indruk! Vervolgens openbaart God aan Mozes zijn plan met het volk Israël, dat Hij uit de Egyptische slavernij wilde bevrijden en naar het beloofde land wilde brengen.
Maar dan zegt God iets waardoor hem de schrik om het hart slaat. God zegt: Ik zend jou naar Farao om mijn volk uit Egypte te leiden. Mozes weet niet wat hij hoort en maakt onmiddellijk bezwaar. En hij zegt dan: ’Wie ben ik, dat ik naar Farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte leiden.’ Exodus 3:11 Mozes betwijfelde of hij geschikt was om deze opdracht van God uit te voeren.
In september 1988 deed ik wat ik elke dag deed, als fysiotherapeut werken in het ziekenhuis. En toen gebeurde het, op een dag kwam Rob Allart bij mij langs en vroeg of ik medevoorganger wilde worden van Shelter (destijds Berea Haarlem). Ik reageerde hetzelfde als Mozes en zei ‘Wie ben ik?’ Ik voelde me absoluut niet bekwaam om die taak uit te kunnen voeren.
God geeft ons altijd opdrachten die we niet zonder Hem kunnen doen! Wanneer God ons iets vraagt wat we niet kunnen doen, dan staan we tegenover een crisis van geloof. We denken dat we die opdracht in onze eigen kracht moeten uitvoeren, met alle hulpmiddelen (onze talenten, gaven enz.) waarover wij, op dat moment, beschikken. We komen dan vaak tot de conclusie: ‘Dat kan ik niet. Dat is niet mogelijk’.
We vergeten, dat wanneer God spreekt, Hij altijd laat zien wat Hij van plan is te doen – niet wat Hij wil dat wij voor Hem doen. Wij voegen ons naar Hem, opdat Hij Zijn werk door ons kan doen. We hoeven niet in staat te zijn de taak te volbrengen met onze beperkte bekwaamheden of met eigen hulpmiddelen. In geloof kunnen wij vol vertrouwen voorwaarts gaan, omdat wij weten dat Hij ten uitvoer zal brengen wat Hij van plan is.
In de afgelopen 30 jaar heb ik steeds weer gezien dat God trouw is en dat Hij mij steeds weer de bekwaamheid heeft gegeven om te doen wat Hij van mij vraagt.
Ook jij kunt erop vertrouwen dat als God je roept voor een taak, Hij jou bekwaam zal maken om die taak te kunnen volbrengen.