Lijden
Door: Wesley Russ
Ik zit aan de eettafel mijn e-mails weg te werken. Net terug van vakantie en dus een stapel mails die allemaal schreeuwen om mijn aandacht. In de loop der jaren heb ik daar een tactiek voor bedacht. Bovenaan beginnen bij de meest recente mails en gelijk alle spam weggooien. Ik ben al even bezig en het gaat best lekker. Ik merk dat het allemaal best behapbaar blijkt ook al leek dat op het eerste gezicht misschien niet zo. Dan valt mijn oog op een mailtje van een collega. Ik open de mail en als snel blijkt het om een heftig bericht te gaan.
Deze lieve collega deelt mee dat zijn kleinkind die een aantal maanden geleden geboren is niet meer leeft. Het kindje werd geboren met allerlei complicaties en ondanks de beste en intensieve zorg bleek toch dat hij het niet zou gaan halen. Hij deelt kort iets over zijn intense verdriet en sluit dan zijn mail af.
Ik stop even met werken en laat het bericht binnenkomen om vervolgens weer door te gaan met de volgende mail…..
Een dag later ben ik op kantoor en kom de collega in de gang tegen of liever gezegd op de trap. Ik condoleer hem met zijn verlies en we beginnen erover te praten. Hij vertelt hoe verdrietig hij is. Dat het de ene dag heel zwaar en moeilijk is en dat het de andere dag relatief gezien best wel goed gaat. Over dat hij ermee opstaat en ermee naar bed gaat. Dat er soms urenlang een melodietje in zijn hoofd zit, datzelfde melodietje wat uit het knuffeltje kwam van zijn kleinkind. Ik luister ernaar en knik soms, probeer iets zinnigs te zeggen en tegelijkertijd heb ik het grootste gedeelte van de tijd geen flauw idee wat ik nu moet antwoorden of zeggen. Gelukkig komt er een andere collega bij staan op de trap. Ook zij condoleert hem en wil dan gelijk weer doorlopen omdat wij tenslotte al in gesprek zijn. Vlug zeg ik haar dat ze niet weg hoeft te gaan en er gewoon bij kan blijven. Ook zij weet niet precies wat ze moet zeggen (wie wel) maar de dingen die ze zegt komen duidelijk binnen. Mijn collega deelt dat hij ondanks deze situatie weet dat hij de kracht zal ontvangen die hij nodig heeft. Ik weet dat hij gelooft en heb bewondering voor zijn vertrouwen.
Nog steeds worstel ik met wat ik moet zeggen, omdat ik hem zo graag zou willen steunen en ik heb op de een of andere manier de opvatting dat dit alleen maar kan door het juiste te zeggen.
Dan hoor ik die stille stem in mijn gedachte. Een stem die ik herken en die stem zegt me alleen maar “omarm hem”.
Ik wacht even tot er een korte stilte valt en vraag dan ”mag ik je een omhelzing geven”? Hij kijkt me aan en zegt “ja, dat mag”. Ik doe een stap dichterbij en sla mijn armen om hem heen, hij slaat zijn armen om mij heen. Daar staan we dan twee collega’s in een innige omhelzing midden op de trap in een kantoorgebouw. Terwijl ik hem vasthou voel ik hoe de tranen bij hem opkomen en ook hoe hij ze weer onderdrukt, maar bovenal dat er een moment van rust ontstaat, een moment van connectie, een moment van liefde, een moment van duizend woorden zonder dat er ook maar één uitgesproken wordt.
Lijden is iets wat bij het leven hoort. We praten er niet veel over in de charismatische wereld maar iedereen zal er in zijn of haar leven in verschillende mate mee te maken krijgen. Lijden roept allerlei vragen op, geeft de gebrokenheid weer van de wereld waarin we leven. Ik kies er bewust voor om lijden niet zomaar weg te stoppen, om niet net te doen alsof het er niet is, maar juist om met dat lijden naar God toe te gaan. Om Hem daarover de vragen te stellen waar ik op dat moment mee worstel, om bij Hem te huilen en het in mijn onmacht naar Hem uit te roepen, om stil te zijn en bij Hem te zitten.
Ik wil het lijden omarmen als het daar is en heel bewust stilstaan bij wat ik dan denk en voel. En net als die collega hoopvol te zijn en te vertrouwen op het feit dat je altijd de kracht zult ontvangen die je op dat moment nodig hebt om verder te kunnen gaan.